Per 1 januari 2020: nieuwe regels voor invordering gemeentelijke belastingen
Op 1 januari 2020 treedt het ‘Invorderingswetboek’ of het ‘Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen’, ingevoerd op 13 april 2019, in werking.
Omdat heel wat procedurebepalingen in het Wetboek Inkomstenbelastingen van 1992 (WIB) en uitvoeringsbesluiten daardoor worden opgeheven kunnen de gemeenten en provincies vanaf 1 januari 2020 niet langer terugvallen op hoofdstuk 9 en 9 bis van het WIB voor de invordering van hun belastingen. In dat kader wordt artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen aangepast. Dit gebeurt in een amendement bij het ontwerp programmadecreet 2020. Voor invorderingen voor gemeentebelastingen zullen vanaf 1 januari 2020 dus ook de invorderingsregels van de wet van 13 april 2019 van toepassing zijn.
Belangrijk is dat belastingreglementen naar de juiste regels verwijzen. Als zij naar de gewijzigde bepalingen in het WIB 1992 zouden verwijzen dienen de reglementen in overeenstemming gebracht te worden met de nieuwe bepalingen.
De VVSG wil ook nog wijzen op de beleidsnota van Minister Somers die melding maakt van de modernisering van de regels voor de vestiging en de invordering van gemeente- en provinciebelastingen. Naast voormeld amendement en de aanpassing van het decreet van 2008 wordt ook nagedacht over een verwijzing naar de invorderingsregels in de Vlaamse Codex Fiscaliteit.
Bron: VVSG 11 december 2019