Armoedespecialist Wim Van Lancke: “Armoedebeleid heeft in regeerakkoord geen prioriteit”
In een interview met Knack legt armoedespecialist Wim Van Lancker uit dat armoede geen prioriteit lijkt van de regering-Jambon. Volgens Van Lancker worden er geen concrete doelstellingen geformuleerd en de voorgestelde maatregelen blinken vooral uit in vaagheid. Hij noemt dat een duidelijke trendbreuk omdat Bourgeois het inzake armoedebeleid weliswaar niet erg goed deed, maar in aanvang wel duidelijke mikpunten stelde en zelfs dat ziet hij in het nieuwe regeerakkoord niet terug. Het wordt dus afwachten hoe Jambon zijn aangekondigde maatregelen uitvoert.
Van Lancker mist structurele maatregelen. Halvering van de kinderarmoede is geen doelstelling meer en er worden geen doelen gesteld m.b.t. het aantal sociale woningen en de huursubsidie. Het Groeipakket en de kinderbijslag worden wel vermeld, maar er staat niet hoe deze instrumenten effectiever ingezet kunnen worden. De verplichte gemeenschapsdienst wordt wel concreet uitgewerkt maar daarvan stelt Van Lancker dat al lang bekend is dat het weinig zoden aan de dijk zal zetten. Van Lancker vat dan ook samen dat hij een flink staaltje symboolpolitiek waarneemt. Hij verwijst daarbij naar de toekenning van sociale voordelen voor nieuwkomers. Hij stelt dat we niet mogen vergeten dat er achter zulke symboolmaatregelen wel mensen schuilen die in slechte omstandigheden leven en een strijd moeten voeren om rond te komen.
Op de stelling van Knack dat de regering-Jambon in ieder geval wil dat armoede vroeger vastgesteld wordt en dat een sterk lokaal netwerk van onder meer Kind&Gezin, de kinderopvang en de scholen moet voorkomen dat mensen in structurele armoede terechtkomen reageert Van Lancker als volgt.
“Op lokaal niveau wordt het systeem van zulke brugfiguren al langer gehanteerd en het is goed dat men die aanpak wil veralgemenen. Maar ook hier blijft het afwachten hoe dat in de praktijk uitdraait en welke rol de Vlaamse overheid daar überhaupt in kan spelen”.
Van Lancker staat positief ten opzichte van het idee dat de sociale voordelen niet langer enkel afhankelijk worden van het statuut, maar ook van de hoogte van het inkomen. Toch ziet hij risico's zoals de kans dat de werkloosheidsval nog groter wordt. Als iemand te veel verdient om nog van sociale voordelen te kunnen genieten zullen sommigen volgens hem minder gaan werken.
Over het voornemen van de regering-Jambon van een automatische rechtentoekenning zodat mensen niet langer zelf moeten ontdekken van welke voordelen ze kunnen genieten zegt Van Lancker dat er te veel mensenwerk nodig is om dat systeem in werking te laten treden. Hij vindt het veel belangrijker om de bestaande instrumenten effectiever in te zetten.
Over het voornemen van de Vlaamse regering om naast het armoederisico ook de feitelijke armoede in kaart brengen door een zogenaamde 'nominale armoede-indicator' reageert Van Lancker door te stellen dat er onterecht wordt geïmpliceerd dat de huidige manier waarop we armoede meten niet goed is. Het ligt volgens hem niet aan de indicatoren maar aan het beleid. Het is hem volstrekt onduidelijk wat men vervolgens met een 'nominale armoede-indicator' bedoelt. In de statistiek is een 'nominaal meetniveau' een onderscheid tussen categorieën, zoals geslacht. Hij vraagt zich dan ook af hoe men dat wil toepassen om armoede in kaart te brengen. Het probleem is dat men op beleidsniveau vaak niet weet hoe armoede gemeten wordt.
Van Lancker vindt tenslotte het voornemen uit het regeerakkoord om voortaan het systeem van het referentiebudget te hanteren wel nuttig. Daarmee kan nagegaan worden wat mensen precies nodig hebben, wat dat precies kost en wat het uiteindelijke verschil is met de armoedegrens die wordt vastgelegd. “Maar momenteel weten we wel dat het armoederisico en het referentiebudget als maatstaven niet altijd sterk van elkaar verschillen. In de praktijk zal die verandering niet tot grote verschuivingen leiden”. Hij noemt het een groot gevaar dat de regering een indicator wil ontwikkelen die mogelijk vatbaar is voor politieke manipulatie. “Wie sociale voordelen in rekening brengt die niemand werkelijk ontvangt, kan op een slinkse manier het armoedecijfer doen dalen. Het is vooral afwachten hoe men dat in de praktijk zal brengen. Maar hoe je armoede ook meet, er zal steeds beleid nodig zijn om effectief iets aan armoede te doen”.
Bron: Knack 1 oktober 2019