Gent is voorzichtig met privacy
Vorige week ontstond opwinding rond het stadsmarketingproject van Kortrijk. Daar wordt sinds enkele maanden op basis van de smartphones van bezoekers geregistreerd waar ze vandaan komen en wat ze met hun geld doen. Gent volgt al vier jaar bezoekersstromen, maar filtert privacygevoelige gegevens aan de bron weg. Als je Gent binnenkomt en de wifi-functie van je smartphone hebt aanstaan, wordt je automatisch gesignaleerd door een zogenaamde probe, een op een modem lijkende kleine ontvanger die ergens op straat is opgehangen. Gent telt ca. vijftig van dergelijke meetpunten. De registratie gebeurt zonder toestemming van die gsm-bezitter/bezoeker en meestal ook zonder diens medeweten. De stad Gent vindt dat ze daarbij de privacywet niet overtreedt. Volgens schepen van Economie Sofie Bracke kunnen we de identiteit van die bezoekers exact bepalen, maar het bedrijf dat voor ons en voor nog andere steden de metingen uitvoert, filtert privacygevoelige informatie weg voor die ons bereikt. Volgens haar kent Kortrijk, dat samenwerkt met Proximus, de postcode van de gemeente waar de bezoeker woont en weet ook of een bezoeker uit het buitenland komt. ‘Gent wil dat niet weten. Daardoor kan Gent de data niet voor haar toeristisch beleid gebruiken; Kortrijk dus wel.’ Bracke zegt niet van plan te zijn om meer gegevens van bezoekers uit te data te halen. Gent beseft immers goed dat in Nederland al rechtszaken zijn gevoerd over het verzamelen van data, waarbij de overheid wegens redenen van privacy werd teruggefloten. Volgens Bart Ingelbrecht, teamcoördinator Handel en Horeca van de stad gebruikt Gent de gegevens om de dichtheid in bepaalde straten te bepalen en de loopstromen te volgen van bezoekers. Daardoor kun je bijvoorbeeld zien waar en hoe het best een braderie kan worden uitgebreid uitbreiden, waar autovrije straten een goede zaak zouden zijn en hoe een evenement in goede banen kan worden geleid. Gent is tegenover de handelaars zo open mogelijk over de cijfers. ‘Investeerders die een winkel willen starten, vragen soms naar het aantal mensen dat een pand voorbijkomt.' Ook de politie werkt met de telling. 'Niet om iemand op te sporen maar, bijvoorbeeld, om te achterhalen wanneer in welke straten zich de meeste mensen bevinden.'
Bron: de Standaard 2 november 2019