Lokale besturen willen af van jojobeleid asielopvang

Bij de lokale besturen neemt de bereidwilligheid om extra asielopvang te zoeken af. Zij willen iet langer plaatsen openen, dan weer sluiten en dan weer te openen.

Volgens Mieke Candaele, de woordvoerster van Fedasil worden honderden extra bedden voor asielzoekers gezocht en is de organisatie, in tegenstelling tot tijdens de vluchtelingencrisis in 2015, veel meer op zichzelf aangewezen in de zoektocht naar opvangplaatsen. Dat komt omdat er toen heerste er een gevoel van urgentie was, de regering sites van Defensie ter beschikking stelde en een beroep doen gedaan kon worden op OCMW’s. Volgens Candaele reageren die thans amper op de vragen van Fedasil. Een recente enquête van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) geeft aan dat 60 procent van de lokale besturen niet bereid is om bijkomende opvangplaatsen te zoeken. Volgens woordvoerster Nathalie Debast is dat veel, maar zijn daar gegronde redenen voor: ‘de lokale besturen zijn het jojobeleid met de asielopvang meer dan beu’.

‘In 2016 richtten de lokale besturen meer dan 5.000 plaatsen extra in. Daarna stonden die plaatsen leeg. In 2018 moesten ze weer dicht. Maar nog voor ze allemaal gesloten waren, kregen gemeenten het signaal om ze toch open te houden. In augustus kregen alle lokale besturen van Fedasil ook een brief met de vraag om zelfs extra plaatsen aan te bieden. Dat maakt een lokaal bestuur een speelbal.’

Volgens Debast kan Fedasil niet zeggen dat men dit niet heeft zien aankomen. Om een asiel- en opvangcrisis te vermijden, zijn enkele jaren geleden bufferplaatsen voorzien die snel geopend kunnen worden. ‘Maar dat waren er veel te weinig. Zij zaten meteen vol’, zegt Debast.

Volgens de VVSG is een langetermijnvisie dringend gewenst, zodat lokale besturen niet steeds plaatsen moeten openen, sluiten en weer openen. Debast: ‘Die plaatsen moeten gezocht worden op de private huurmarkt maar de private eigenaars zijn deze manier van werken ook beu. Zij kiezen voor zekerheid van inkomsten en verhuren hun appartementen aan iemand anders. Steeds als lokale besturen plaatsen moeten sluiten, gaat ook ontzettend veel kennis en ervaring verloren. Ze starten bijvoorbeeld een werking met vrijwilligers op, die daarna niet meer nodig is.’

‘Lokale besturen willen zeker opvangpartner blijven’, benadrukt Debast. ‘819 plaatsen die normaal moesten sluiten, blijven open. Dit jaar hebben lokale besturen ook al 454 extra plaatsen aan Fedasil aangeboden. Lokale besturen blijven hun deel doen. Maar wat zij doen vergt nu te veel energie. De VVSG vraagt daarom niet alleen dat de overheid in de toekomst een voldoende buffercapaciteit aanlegt, maar dat ook alle kosten worden vergoed die gemaakt worden om nieuwe plaatsen te zoeken en gebruiksklaar te maken. Nu worden lokale besturen pas gesubsidieerd vanaf het moment dat een bed ingenomen is.’

Bron: De Standaard 13 november 2019