Ont-vlucht 2015 > 2019: Vluchtelingen vinden via het OCMW een eerste job

Haben wir es geschafft? Vier jaar na de grootste vluchtelingenstroom sinds de Tweede WereldoorIog is dat vraag. Ook in België hebben duizenden Syriërs, Irakezen en Afghanen een veilige haven gevonden, ver weg van het oorlogs­geweld. Wat is er van hen geworden? Hebben ze een job? Zijn ze geïntegreerd? Of willen ze terug?

Veel vluchtelingen doen via het OCMW een tijdelijke werkervaring op. Veertig procent van wie zo’n traject volgt, vindt nadien met behulp van artikel 60 via sociale tewerkstelling snel werk op de reguliere arbeidsmarkt.

Qais Alkinany (41) is ingenieur. In Irak werkte hij tien jaar in de olie-industrie. Hij is nu vier jaar in België. Hij solliciteerde elke dag, maar kreeg nooit een antwoord. Hij kreeg eerst een leefloon, tot het OCMW Antwerpen hem halfweg 2018 via ‘artikel 60’ voor anderhalf jaar een job in de sociale economie aanbood. ‘In buurtrestaurant Bakboord deed hij de kassa en stond hij in de zaal. Niet zijn droomjob, maar hij zegt dat hij niet thuis wilde blijven zitten.. Zoals Qais Alkinany zijn er duizenden leefloners die van het OCMW de kans krijgen om via een sociale tewerkstellingsplaats ­ervaring op te doen, zodat ze daarna de stap kunnen zetten naar de reguliere ­arbeidsmarkt. Het gaat vooral om jobs in de eigen diensten en verenigingen (een sociaal restaurant, een kringwinkel of de administratie), in maatwerkbedrijven en soms ook in de privésector.

Sinds begin 2017 is het oude ‘artikel 60’ – dat OCMW’s al langer gebruiken – door de Vlaamse ­regelgeving opgenomen in het stelsel ‘tijdelijke werkervaring’. OCMW’s zijn sindsdien verplicht om hun cliënten die in zo’n traject stappen, maximaal twee jaar te begeleiden. Wie na een tijdelijke werkervaring en na twee jaar nog altijd geen werk gevonden heeft, wordt doorverwezen naar de VDAB, die de trajecten voor alle OCMW’s in Vlaanderen monitort. Wat blijkt? Van alle leefloners die sinds 2017 in zo’n traject zijn ­gestapt, komt een op de drie uit Syrië, Afghanistan of Irak.

Een rondvraag bij de OCMW’s van Oostende, Brugge, Gent, Sint-Niklaas en Antwerpen leert dat zij effectief meer anderstalige nieuwkomers, vooral erkende vluchtelingen, via artikel 60 aan het werk zetten. Sinds 2017 stelde het OCMW Oostende 383 mensen tewerk via artikel 60, de helft daarvan is vluchteling. Ook in Brugge is de helft van de mensen met een statuut artikel 60 vluchteling.

Volgens Gerry Van de Steene, cluster­manager Welzijn van het OCMW en de stad Sint-Niklaas is het profiel van de mensen met een leefloon de voorbije tien jaar drastisch veranderd en zie je die verschuiving uiteraard ook in de activeringstrajecten. Sinds 2017 begonnen in Sint-Niklaas 127 erkende vluchtelingen aan een traject tijdelijke werkervaring. Lang niet alle leefloners kunnen of willen met het statuut artikel 60 aan de slag. Daarvoor is het aantal jobs in de sociale economie ook te klein. Van de Steene geeft aan dat men ook niets wil forceren omdat zeker vluchtelingen soms eerst tijd nodig hebben om hun trauma’s te verwerken of om beter Nederlands te leren. In Sint-Niklaas waken ze ­erover om mensen met het statuut van verschillende jobs te laten proeven. De OCMW’s van Oostende en Antwerpen wijzen erop dat zij ook almaar meer cliënten in de privésector aan het werk proberen te zetten. Volgens Dirk Delechambre, de woordvoerder van de stad Antwerpen, staan meer en meer werkgevers open voor het potentieel op de arbeidsmarkt maar ze begrijpen dat anderstalige nieuw­komers tijd nodig hebben om te groeien in hun job. Een traject via artikel 60 is dan een goede keuze.’

­Sophie ­Beckers, diensthoofd tewerkstelling bij het OCMW Oostende meldt dat voor een privébedrijf  het door de kostprijs ook een aantrekkelijke formule is als het OCMW het loon betaalt en het ­bedrijf alleen het verschil met het leefloon bijpast. De bedrijven moeten zich dan wel engageren om de cliënt tijdens de tewerkstelling te begeleiden, zodat hij zijn competenties kan versterken, en om hem of haar na afloop in dienst te nemen. Het bedrijf heeft dus een jaar of zelfs langer de tijd voor een goede opleiding.’

Een tijdelijke werkervaring, ­zoals met artikel 60, helpt in principe vooral laag- en ongeschoolde leefloners voor wie de kloof met de arbeidsmarkt nog te groot is. Vraag is waarom er dan ook hoog­opgeleide vluchtelingen, zoals Qais Alkinany, in zo’n traject zitten?

Volgens Van de Steene zul je ze in Sint Niklaas ook vinden, de vluchtelingen-artsen die in een sociaal restaurant gewerkt hebben. ‘Een vrouw uit Kazachstan was ingenieur. We kregen haar nergens “verkocht”. Zij heeft in onze administratie gewerkt. Wie hoogopgeleid is, proberen we niet als fietshersteller aan het werk te zetten. Maar ook voor hen is het vaak moeilijk om een job te vinden. Ook zij zijn meestal blij dat ze kunnen werken.’ Ook Sophie Beckers van OCMW Oostende kan voorbeelden geven van ingenieurs in een statuut artikel 60, al ziet zij de jongste tijd meer ongeschoolde en zelfs analfabete vluchtelingen instromen. ‘Vaak stonden de ­jongeren er helemaal alleen voor. Daardoor zijn ze soms nog niet matuur genoeg voor de arbeidsmarkt. Voor hen is het niet ­evident om werk te vinden.’ Toch is ze tevreden met de resultaten. ‘Van alle mensen – niet alleen vluchtelingen – die bij ons via artikel 60 gewerkt hebben, heeft 25 procent op het einde van het traject een job.’

In Sint-Niklaas beëindigden sinds 2017 dertig vluchtelingen een ­tewerkstellingstraject via artikel 60; 21 daarvan vonden duurzaam werk. In Gent vond de helft van de 153 OCMW-cliënten voor wie de tweejarige begeleiding werd ­afgerond, na afloop werk, een kwart is doorverwezen naar de VDAB.

Volgens de VDAB vindt 39 procent van alle OCMW-cliënten na een tijdelijke werkervaring binnen de drie maanden werk. De meesten volgen nadien eerst nog een vorm van werkplekleren ­(stage) of een andere opleiding.

‘Al mijn vrienden die via artikel 60 gewerkt hebben, volgen nu nog een opleiding tot keukenmedewerker of verkoper bij de VDAB’, zegt Qais Alkinany. En hijzelf? ‘Zo’n opleiding is niets voor mij. Ik heb al een diploma. Kwaliteitscontroleur-laborant, dat is mijn droomjob. Ik zoek elke dag via de uitzendkantoren. Januari is geen goede maand, denk ik. Dan zijn er niet zo veel jobs.’

Personen met een tijdelijke werkervaring (TWE) via het OCMW

                                                              Bezige trajecten            Beëindigde trajecten              Totaal

Totaal aantal TWE OCMW trajecten            7.892                              7.483                              15.375

Volgens land van herkomst

Afghanistan                                                  952                                   656                                1608

Irak                                                               955                                   615                                1570

Syrie                                                            1139                                  840                                1979

DS Infografiek / Bron: VDAB, gegevens t/m september 2019

 

 

Partners

Partners van Exello.net (4 jaar)

Sponsors van Exello.net (1 jaar)