Pleidooi voor verdere splitsing sociale zekerheid

Volgens Trends-redacteur Alain Mouton is het gemakkelijker in een gesplitste sociale zekerheid de tering naar de nering te zetten. De sociale zekerheid is vooral federaal geregeld. De kosten voor pensioenen en gezondheidszorg blijven door de vergrijzing stijgen. In de afgelopen jaren werd in de sociale zekerheid bezuinigd met de rem op. Dat wil zeggen: niet meteen de uitgaven laten dalen, maar de uitgaven minder snel laten stijgen waardoor de sociale zekerheid volgend jaar te maken heeft met een tekort van 3,5 miljard euro en dat bij ongewijzigd beleid oploopt tot 6 miljard euro.

De nieuwe Vlaamse regering slaat voor een deel dezelfde weg in door bijvoorbeeld de uitgaven voor gezinszorg minder snel te laten stijgen. Maar echt besparen in de sociale zekerheid is geen taboe voor de regering-Jambon. In de onderdelen van de sociale zekerheid die naar de deelstaten zijn overgeheveld, zoals de kinderbijslag, delen van de gezondheidszorg en het arbeidsmarktbeleid, maakt men opvallende keuzes. In de kinderbijslag wordt 107 miljoen euro bespaard door vanaf het derde kind vijf jaar lang niet te indexeren. Op federaal niveau was zo'n bezuiniging onmogelijk maar in een gesplitste sociale zekerheid is het blijkbaar gemakkelijker de tering naar de nering te zetten.

Deze bezuiniging kan worden gebruikt voor de financiering van een deel van de jobbonus; een belastingverlaging die moet veroorzaken dat mensen met een laag nettoloon – een derde van de Vlaamse werknemers - meer overhouden. Uit de begrotingscijfers blijkt dat de bonus 350 miljoen euro kost en deels wordt gefinancierd door de hervorming van het doelgroepenbeleid. Daarmee wil de overheid ouderen, gehandicapten en laag opgeleide jongeren aan een baan helpen. Dat systeem gaat op de schop en moet tegen 2024 ruim 226 miljoen euro opleveren. Op federaal niveau was ook die keuze moeilijk te maken. 

Bron: Trends 8 oktober 2019