Steeds meer Vlamingen afhankelijk van OCMW
Steeds meer Vlamingen afhankelijk van OCMW
Een aantal Vlaamse nieuwsbladen berichtten afgelopen zaterdag dat het aantal mensen dat bij het OCMW aanklopte voor aanvullende ondersteuning tussen 2012 en 2017 met 30 procent is gestegen. In 2012 waren het nog 74.800 mensen; in 2017 waren het er al 97.139. Het gaat hier om basisaankopen zoals melk voor de kinderen, een schoolrekening, een nieuwe bril, tandartskosten, huur , elektriciteit of gas. Naast mensen met een leefloon of met een invaliditeits-, ziekte- of werkeloosheidsuitkering zijn het ook steeds vaker mensen met een vaste baan en zelfs tweeverdieners. Het gaat hier dus om steun die niet door een hogere overheid wordt gefinancierd maar om de uitvoering van de wet uit 1976 die bepaalt dat de OCMW’s maatschappelijke diensten moeten verlenen om ‘eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid’.
Volgens de VVSG die deze cijfers baseert op onderzoek bij de OCMW’s is de stijging te wijten aan de toename van de energieprijzen, slecht geïsoleerde woningen en de lage inkomens van een grote groep mensen. De cijfers bevestigen het resultaat van de studie die eerder werd gehouden door statistiekbureau Statbel. Daaruit bleek bijna 20 procent van de Belgische huishoudens moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen en 25 procent aangaf niet in staat te zijn onverwachts een grote uitgave te doen.
De VVSG doet de aanbeveling de laagste inkomens te laten stijgen tot de Europese armoedegrens om te voorkomen dat de OCMW’s te vaak bij moeten springen. Ook bepleit de VVSG een uitbreiding van de huursubsidie voor wie met een laag inkomen op de private markt een kwaliteitsvolle woning wil huren, en voor meer sociale woningen. Volgens de VVSG is angst voor aantrekkelijkheid van de leeflonen niet nodig omdat het risico dat je gemakkelijk in de schulden komt erg groot is en de stress die dat risico veroorzaakt het moeilijker maakt om iets aan die situatie te veranderen.
Bronnen: Knack, de Standaard en de Gazet van Antwerpen 9 maart 2019