Vrouwelijke leidinggevenden scoren beter
Vrouwelijke leidinggevenden scoren op alle fronten beter dan hun mannelijke collega-chefs. Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde WERK-onderzoek 2019, waar 40.000 Nederlandse ambtenaren aan hebben meegewerkt. Tegelijkertijd blijkt discriminatie op het werk toe te nemen. ‘Dat is een zorgelijke ontwikkeling.’
Onderzoekers Robert Dur (Erasmus Universiteit) en Max van Lent (Universiteit Leiden) vonden dat vrouwelijke leidinggevenden op alle twaalf onderzochte aspecten beter beoordeeld worden dan hun mannelijke collega’s in dezelfde positie. ‘Het zou zomaar kunnen dat vrouwen gewoon betere leidinggevenden zijn dan mannen’, suggereren de onderzoekers. Toch sluiten ze de invloed van selectie, alleen de beste leidinggevende vrouwen komen bovendrijven en worden dus hoger gewaardeerd, niet uit. Marc Allessie, interim-directeur Ambtenaar & Organisatie op het ministerie van Binnenlandse Zaken, wil wel weten waar dat succes in zit en opteert voor nader onderzoek. ‘Kennelijk is er een succesfactor, daar moeten we meer uit halen.’
Daarnaast haalden de onderzoekers naar boven dat 57 procent van de ambtenaren tevreden is over hun directe leidinggevende. Dat is meer dan de helft, maar hier lijkt wel wat verbetering mogelijk. Allessie is dan ook niet blij met dat cijfer. ‘Je streeft uiteindelijk naar 100 procent en daar zitten we nu ver vanaf. We moeten achterhalen waarom 43 procent niet tevreden is.’
Verder blijkt de belangrijkste voorwaarde voor een succesvolle organisatie of team de ruimte voor medewerkers om risico’s te nemen en te mogen leren van fouten. Daarvoor moeten zij zich veilig voelen, hun mening durven geven en niet bang hoeven zijn voor intimidatie of discriminatie. En daar schort het nog aan. Onderzoekers van de Universiteit Leiden vonden zorgbarende cijfers. In 2019 had gemiddeld een op de vijf medewerkers bij de overheid te maken met intimidatie door bijvoorbeeld burgers, leerlingen en patiënten. Discriminatie op het werk nam de laatste jaren toe tot 7,8 procent.
Een zorgelijke ontwikkeling, vindt ook Allessie die geen zicht heeft op de differentiatie in en tussen organisaties. ‘Dat is moeilijk zichtbaar en tastbaar, maar het is heel goed dat medewerkers dit in dit onderzoek zelf aangeven. Bijna 8 procent is een onacceptabel hoog cijfer. We weten de context niet, maar wel dat de maatschappij verhardt. Daar past dit bij. Tot mijn grote verdriet, want elke vorm van discriminatie is uit den boze.’
Bron: Binnenlands Bestuur 19 maart 2020