Wooncrisis vluchtelingen verslechtert met de dag

OCMW’s geven aan dat het steeds moeilijker wordt om binnen enkele maanden een huurwoning te vinden voor erkende vluchtelingen. Vrijwilligers van maatschappelijke organisaties gaven deze zomer al soortelijk signalen af. Maandenlang zoeken levert vaak niets op. Een bevraging van de Vereniging van Vlaamse Steden en ­Gemeenten (VVSG) bij lokale besturen bevestigt nu dat de wooncrisis voor vluchtelingen dramatische vormen aanneemt. OCMW's vangen heel wat asielzoekers in lokale opvanginitiatieven op. Zodra een asielzoeker als vluchteling wordt erkend, heeft hij twee maanden de tijd om de opvang te verlaten. Die termijn kan eventueel tweemaal met een maand worden verlengd. Maar die ­termijn van twee maanden blijkt in de praktijk is te beperkt: 51% van de OCMW's zegt dat het tot vier maanden duurt voor een erkende vluchteling de lokale ­opvang kan verlaten. 45% zegt zelfs dat het gemiddeld vijf maanden duurt. Dat vluchtelingen afhankelijk zijn van een leefloon schrikt veel eigenaars af.

Maar OCMW's zien ook discriminatie en xenofobie. Volgens Nathalie Debast, woordvoerster van de VVSG vraagt de VVSG aan de federale overheid dat erkende vluchtelingen meer tijd krijgen om de lokale opvang te verlaten. Daarnaast pleit de VVSG voor oplossingen op de private huurmarkt.

Bronnen: Knack, de Standaard, de Gazet van Antwerpen en VVSG 23 oktober 2019