Zijn dienstencheques subsidies waard ?
De onderhandelingen over de gesubsidieerde poetshulp voor particulieren liggen stil omdat de sociale partners geen deal kunnen sluiten over een loonsverhoging in de sector van de dienstencheques. De vakbonden vragen bruto 1,1 procent meer en de werkgevers willen een vorm van netto-opslag. Een bruto loonsverhoging heeft volgens hen een negatieve impact op hun al beperkte marges. Die staan onder druk omdat de loonsverhogingen die al werden toegekend gedeeltelijk of niet werden doorgerekend in de subsidies - 14,02 euro per gepresteerd uur naast de 9 euro die de gebruiker betaalt - die de bedrijven ontvangen. Volgens de sociale partners kan een herfinanciering via hogere subsidies het stelsel meer ademruimte geven. Maar daar voelt de Vlaamse regering weinig voor. Het stelsel kost 1,3 miljard euro en is daarmee de duurste maatregel van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid. Toch blijft de subsidiëring gerechtvaardigd, omdat het systeem aanzienlijke terugverdieneffecten genereert. Een voltijdse dienstenchequejob kost gemiddeld 25.354 euro op jaarbasis aan de overheid, maar brengt 24.151 euro op, rekening houdend met de kwantificeerbare terugverdieneffecten. De werkloosheidsuitkeringen dalen en de sociale bijdragen en belastingen stijgen. Want de dienstenchequewerknemers zouden anders werkloos zijn of in het zwart werken. Dankzij het gebruik van dienstencheques worden ongeveer 22.011 extra banen ingevuld in andere sectoren dan de dienstencheques. Volgens Trends-redacteur Alain Mouton presteren mensen die een beroep doen op een poetshulp zelf meer uren. Dat zorgt voor extra overheidsinkomsten. De rekening voor de staatskas is niet voor 100 procent positief, maar de nettokostprijs van een van de weinige succesvolle manieren om laaggeschoolden in België aan de slag te krijgen, valt best mee.
Bron: Trends 21 januari 2020
